De lichtheid van het bestaan
🙘🙚
De dieren zagen het nijlpaard in de rivier dobberen en verbaasden zich: zo’n geweldige kracht en toch zo weinig inspanning.
De dieren verzamelden zich op de oever en zij vroegen het nijlpaard: ‚Waartoe bestaat u?’
Het nijlpaard antwoordde: ‚Ik besta om het water een doel te geven. Het water maakt mijn zwaarte licht. Het water is de lichtheid van mijn bestaan.’
Toen vroegen de dieren: ‚Waartoe bestaan wij?’
Het nijlpaard antwoordde: ‚Als ik jullie een reden zou geven, zou dat niet jullie bestaan bezwaren? Zouden jullie niet zwoegen om jullie doel te bereiken en ongelukkig zijn als jullie faalden? Of ontevreden zijn als het doel jullie niet zou bevallen? De lichtheid van jullie bestaan is dat jullie de reden ervan niet kennen.’
‚Integendeel,’ zeiden de dieren: ‚de last van ons bestaan is dat wij het doel ervan niet kennen, dat wij misschien even goed helemaal niet hadden kunnen bestaan.’
‚Wel dan,’ sprak het nijlpaard: ‘jullie bestaan om de wereld zin te geven. De wereld maakt jullie bestaan onbeduidend. De wereld is de onbeduidendheid van jullie bestaan.’
‚Maar als wij niets betekenen,’ gingen de dieren verder: ‚waarom bestaat dan de wereld?’
‚Stel je de wereld voor,’ sprak het nijlpaard: ‚dobberend op het niets zoals ik dobber op het water. De wereld geeft het niets een doel. Het niets maakt de zwaarte van de wereld licht. Het niets is de lichtheid van haar bestaan.’
Het nijlpaard geeuwde en keerde zich af van de oever. De dieren vertrokken, peinzend over wat het nijlpaard had gezegd. Het nijlpaard, concludeerden zij, moest ofwel het wijste ofwel het domste van alle schepselen zijn.
[…]