A Algemeen: het idee dat alles in de wereld bezield is (Grieks psyche ‘ziel’).
B Natuurfilosofisch: het idee dat psychische fenomenen, in het bijzonder het ?bewustzijn, niet alleen bij mensen maar op alle niveaus van de levende en dode natuur een rol spelen. Volgens deze uitleg van het panpsychisme heeft niet alleen ieder psychisch fenomeen een fysische parallel in de werking van onze hersenen, maar gaat omgekeerd ook ieder fysisch fenomeen in mens, dier, plant of dode materie vergezeld van een of andere vorm van bewustzijn.
✠
Panpsychisme in de zin van [B] staat tegenover
(a) het fysicalisme, dat beweert dat psychologische verschijnselen geheel verklaard of beschreven kunnen worden in fysische termen, en
(b) emergentietheorieën die beweren dat het bewustzijn pas verschijnt op een hoog niveau van organisatie en dat de fysica juist niet toereikend is om inzicht te verschaffen in de psychische eigenschappen van complexe organismen als de mens.
Volgens de Britse metafysicus Galen Strawson kan echter juist de rechtgeaarde fysicalist niet anders dan het panpsychisme omarmen. De fysicalist beweert immers dat het bewustzijn en andere psychische fenomenen uit de stoffelijke natuur voortkomen en van die materiële basis afhankelijk zijn. Als een fenomeen X echter geheel afhankelijk is van een fenomeen Y en als X geheel door Y wordt bepaald, moet X volgens Strawson al op de een of andere manier in Y besloten zijn. Strawson beroept zich op de twintigste-eeuwse sterrenkundige Arthur Eddington: als de geest geheel en al uit materie voortkomt, moet de materie in enigerlei vorm al geest zijn. Men zou nog verder terug kunnen gaan. Volgens Aristoteles kunnen steeds slechts die eigenschappen in een ding worden verwezenlijkt die daarvoor al in aanleg aanwezig waren.
Onduidelijk is echter wat het panpsychisme precies onder bewustzijn wil verstaan. Hebben identieke elektronen een verschillend bewustzijn? Heeft mijn hand een ander bewustzijn dan ikzelf? Heeft het heelal een bewustzijn?