Hoofdpagina Ga naar HENRI OOSTHOUT
NederlandsEnglishEN
Gerechtigheid
Uit: Klein filosofisch lexicon
© Henri Oosthout | 2014

Waarvan men vindt dat het in de kosmische of maatschappelijke orde behoort te geschieden.

Wanneer men een onderscheid wil maken tussen gerechtigheid en rechtvaardigheid, kan men definiëren: gerechtigheid is wat volgens een absolute, dat wil zeggen niet aan plaats en tijd gebonden norm in de wereld of in de maatschappij zou moeten gebeuren. Rechtvaardigheid is de wijze waarop men vindt dat mensen zich in een gegeven situatie tegenover elkaar behoren te gedragen. Zo kan men het als een eis van gerechtigheid beschouwen dat niemand op aarde armoede lijdt of dat misdadigers worden gestraft. De term ‘rechtvaardig’ lijkt daarentegen beter te passen wanneer men meent dat in een welvarend land de rijkdom min of meer gelijk moet worden verdeeld, of wanneer een rechter bij strafoplegging verzachtende omstandigheden in aanmerking neemt. (Het Grieks onderscheidt dike en dikaion, maar in het Latijnse iustitia, Engels en Frans justice, vallen gerechtigheid en rechtvaardigheid samen.)

Recht is wat door een gezagsinstantie over het individu wordt uitgesproken of aan het individu wordt toegekend. Gerechtigheid is datgene waarvan het individu zelf vindt dat het hem toekomt of dat het zo behoort te geschieden. Dit onderscheid zegt op zich niets over de hiërarchie die men tussen recht en gerechtigheid zou willen vestigen. Enerzijds is het recht algemeen en wordt het gesproken ‘zonder aanzien des persoons,’ terwijl het oordeel over wat rechtvaardig is van mens tot mens verschilt. Anderzijds kan men de gerechtigheid verheffen tot een kosmisch principe of een universele wet die van God stamt of wortelt in de natuur. Zo’n universele gerechtigheid is dan de toetssteen voor de rechtspraktijk, die van volk tot volk en van tijd tot tijd varieert.

© Henri Oosthout |