[A] Succes, gunstig toeval (‘geluk hebben’ in de liefde, bij het kiezen van een kassa in de supermarkt). ✦ [B] Toestand die de mens nastreeft (‘gelukkig zijn’) en waarop hij volgens menige filosofie en religie aanspraak kan maken, maar die (a) niet algemeen valt te definiëren, en (b) slechts als streven bestaat en daarom vervluchtigt zodra hij is bereikt.
[B] Een mens is doorgaans slechts gelukkig wanneer hij niet over zijn geluk nadenkt en niet in de cirkels van zijn innerlijk blijft ronddraaien maar actief is en opgaat in de wereld. Zodra de mens gelukkig denkt te zijn en zijn geluk wil koesteren, wacht hem doelloosheid, melancholie en verveling.