Rivaliserende theorieën
Relativiteitstheorie: de wereld van het grote
• De bijzondere relativiteitstheorie: relativiteit van constante beweging, maar de lichtsnelheid is absoluut
• Versmelting van ruimte en tijd (vierdimensionale tijdruimte of blok-universum)
• Tijd en gelijktijdigheid aan plaats gebonden
• De algemene relativiteitstheorie: tijd en ruimte van toneel tot medespelers
• Gravitatie (zwaartekracht) niet een geheimzinnige ‘kracht op afstand’ maar een fysisch object (‘veld’) temidden van andere objecten
• Versnelling is absoluut maar versnelling onder invloed van het gravitatieveld is niet van rust te onderscheiden
• Plasticiteit van tijd en ruimte in het gravitatieveld: de metriek van de tijd vervormbaar, de topologie blijft dezelfde
Kwantummechanica: de wereld van het kleine
• Absolute tijd en ruimte
• De toekomst open?
• Het onzekerheidsprincipe van Heisenberg
• Het foton en de ezel van Buridan
• De Kopenhaagse interpretatie: onbepaaldheid van de kwantumwereld (superpositie) opgeheven door het bewustzijn
• De theorie van de vele werelden (Everett)
• De klassieke wereld (Newton) (a) discreet en (b) deterministisch, de kwantumwereld (a) continu en (b) probabilistisch
Kwantum ontmoet relativiteit
• Van singulariteiten en zwarte gaten
• De informatieparadox: hebben zwarte gaten haar?
• Singulariteit en warmtedood: heeft de tijd een begin en een einde?
• Snaartheorie, kwantumzwaartekracht en wat dies meer zij: een theorie van alles?
• Relativiteitstheorie voor het verleden en kwantummechanica voor de toekomst (Dyson)?
• De paradox van de vrije wil
• Presentisme en eternalisme
• Tijd: emergent (Rovelli) of onherleidbaar?
De tijdpijl, of van de wieg naar het graf
Energie: ➀ het vermogen tot verandering.
Wet van behoud van energie: de totale hoeveelheid energie in een gesloten systeem is constant.
Energie: ➁ de verzameling van staten waarin een gesloten systeem vanuit een gegeven staat kan overgaan.
Entropie: een maat voor de ononderscheidbaarheid (‘willekeur’, ‘chaos’) van een staat ten opzichte van andere staten waarin een gesloten systeem kan verkeren.
Tweede hoofdwet van de thermodynamica: bij elke verandering van staat neemt de entropie van een gesloten systeem (het universum) toe: een systeem kan als geheel vanuit een geordende staat slechts overgaan in een minder geordende staat.
(Waarom) is het universum begonnen in een toestand van lage entropie?
Werkt gravitatie tegen de tweede hoofdwet?
Is een lokale afname van entropie (toename van onderscheidbaarheid, ordening, organisatie) een omkering van de tijdpijl?
Wordt de tijdpijl ons opgelegd door het bewustzijn, of is hij een fundamentele eigenschap van de wereld, of beide?
Afsluitende overwegingen
De tijd, zeggen sommigen, is schijn, illusie van het verstand, aan plaats gebonden. Daartegen: de tijd en alleen de tijd is het die de realiteit (‘dingachtigheid’) van de wereld tot werkelijkheid maakt, dat is: de wereld werking, dynamiek, leven geeft.
De tijd is, als hoeder van het tertium non datur, de vader van de logica. De tijd is, door de fundamentele intuïtie van opeenvolging, de vader van de wiskunde.
Tijd scheidt de tegenstellingen; hij zorgt dat niet alles tegelijk gebeurt, dat een fysisch systeem in een veelheid van staten kan verkeren.
Tijd regeert in de wereld; hij regeert niet de wereld. Eeuwigheid bestaat niet in de wereld en niet daarbuiten, want buiten de wereld, buiten het al, is niets. Het al is noch tijd, noch eeuwigheid. Van het al mag men naar believen zeggen dat het is, en dat het niet is, en ook dat het zowel is als niet is (Hoofdwet van de metafysica).
Onmiddellijk en waarlijk heden zijn wij slechts voor onszelf en is ieder ding slechts in en voor zichzelf.
Alles, alles op aarde, in het universum, in ruimte en tijd gaat voorbij maar de wereld als geheel, het al, gaat niet voorbij. Wij zijn tijdloos in onze sterfelijkheid.