Westerse wijsbegeerte van Kant tot heden
Na Immanuel Kants ‘Copernicaanse omwenteling’ moest de westerse filosofie zich rond 1800 opnieuw uitvinden. De werkelijkheid leek voortaan onzichtbaar, de waarheid ondefinieerbaar. Als de hele westerse wijsbegeerte met enige overdrijving een ‘voetnoot bij Plato’ heet, kan men met evenveel recht (en enige overdrijving) zeggen dat die van de negentiende en de twintigste eeuw een voetnoot bij Kant is. Idealisme en historisme, fenomenologie en hermeneutiek, pragmatisme en existentialisme, positivisme en procesfilosofie, discours en deconstructie zijn alle in de kern pogingen de leemten te vullen die Kants kritische onderneming had achtergelaten.